Afbeelding: voorbeeld elektronische monitoring
De combi-wasser die in gebruik is bij de (intensieve) veehouderij krijgt nog steeds veel kritiek te verduren. De laatste tijd vooral met betrekking tot het geurverwijderingsrendement. In mijn vorige blog schreef ik hier al over. Onlangs is daarover nog een rapport naar buiten gekomen van de commissie Biesheuvel. Één van de rode draden in de aangehaalde rapporten is de omgang van de veehouder met de (combi)luchtwasser. Hierna enkele fragmenten uit de aangehaalde rapporten.
“Enerzijds zouden de combi-wassers technisch slecht kunnen functioneren als gevolg van bijvoorbeeld het ontwerp van de luchtwasser, niet uitgevoerd onderhoud en onvoldoende procesbewaking en processturing.”
“De elektronische registratie van procesparameters was in het algemeen succesvol. Een aantal storingen bleef echter maandenlang onopgemerkt omdat de geregistreerde data niet frequent werd gecontroleerd op afwijkingen.”
“In een aantal gevallen zijn veehouders te weinig actief bezig met de luchtwasser. De veehouder controleert en onderhoudt de luchtwasser dan onvoldoende.”
Zoals in mijn vorige blog al beschreven ligt de interesse van de veehouder over het algemeen niet bij het functioneren van de luchtwasser. De eerste prioriteit is de groei/productiecapaciteit en het welzijn van de dieren. De luchtwasser is voor de meesten van hen maar een opgelegde verplichting. Tijdens het toezicht houden bij bedrijven wordt dan ook regelmatig geconstateerd dat parameters afwijken. En dit soms al geruime tijd. In het handhavingstraject dat daarop volgt wordt intensiever omgegaan met de luchtwasser. Dit heeft over het algemeen een positieve uitwerking op het functioneren van de combiwasser.
Maar wat zijn de regels en verplichtingen vanuit de (milieu)wet- en regelgeving hierover én wat wordt er nu eigenlijk van een veehouder verwacht?
Om de ammoniak- en geuremissie te reduceren zijn een scala aan huisvestingssystemen, waaronder luchtwassers, opgenomen in de bijlages van de Regeling ammoniak en veehouderij én de Regeling geurhinder en veehouderij. De huisvestingssystemen uit deze bijlages zijn voorzien van een uniek nummer. Deze nummers verwijzen naar de zogenaamde ‘stalbeschrijvingen’ of ‘leaflets’. Daarnaast is voor luchtwassers nog een technisch informatiedocument van toepassing waarin meer algemene eisen met betrekking tot luchtwassers zijn opgenomen. Samen worden deze omschreven als de technische beschrijving van een huisvestingssysteem.
Ter waarborging van de goede werking van luchtwassers zijn er in het Activiteitenbesluit regels opgenomen. Hierin staat dat het toegepaste huisvestingssysteem moet zijn uitgevoerd overeenkomstig de bijbehorende technische beschrijving. Verder moet het huisvestingssysteem worden gebruikt en onderhouden in overeenstemming met voorwaarden die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het huisvestingssysteem.
“Als niet wordt voldaan aan de eisen uit de technische beschrijving, is het huisvestingssysteem niet correct in werking en wordt de beoogde emissiereductie niet gerealiseerd.”
Het uitgevoerd zijn volgens de eisen uit de technische beschrijving houdt onder andere in dat de dimensionering van de luchtwasser moet kloppen. Denk hierbij aan de dimensionering die afgestemd moet zijn op de ventilatiebehoefte van het aantal dieren, het doorstroomoppervlak van het luchtkanaal en de afmetingen van het filterpakket en de waswateropvang. Hierin speelt vooral de leverancier van de luchtwasser een belangrijke rol.
Het gebruiken en onderhouden van een luchtwasser komt over het algemeen genomen neer op:
- een dagelijkse check van de parameters zoals de pH-waarde, de EC-waarde en de drukval over het filterpakket.
- een wekelijkse check van de sproeiers van het filterpakket en indien aanwezig het watergordijn.
- driemaandelijkse reiniging van de druppelvanger.
- jaarlijkse reiniging van het filterpakket.
Dit is meestal vastgelegd in het onderhoudscontract en de gebruiksaanwijzing van de luchtwasser. Vanuit de regels wordt hier meestal naar verwezen als zijnde de gedragsvoorschriften.
Het niet naleven van de regels met betrekking tot de werking en het onderhoud is meestal gelegen in een gebrek aan expertise en kunde én soms zelfs onwetendheid bij de veehouder. Ook een toezichthouder zal over de nodige expertise en kunde moeten beschikken om afwijkingen in de parameters, dimensionering en het gebruiken en onderhoud vast te kunnen stellen.
Één van de instrumenten waarvan de veehouder gebruik kan maken is de elektronische monitoring die sinds 1 januari 2016 verplicht aanwezig moet zijn op iedere luchtwasser. Hiermee worden vijf verplichte parameters minimaal ieder uur geregistreerd. De parameters hebben ieder hun eigen bandbreedte waarbinnen deze zich horen te bevinden. Het direct ondernemen van actie bij afwijking van deze parameters is een voorschrift uit de regelgeving.
Naast de elektronische monitoring dient nog een logboek aanwezig te zijn met daarin documenten zoals een dimensioneringsplan, een opleveringsverklaring en de gedragsvoorschriften. Tevens dienen hierin bewijzen van onderhoud en kalibratie en een registratie met betrekking tot de storingen te worden opgenomen.
Een veel voorkomende misvatting is het overbodig zijn van een logboek als ook elektronische monitoring aanwezig is. Een logboek kan namelijk een verklaring geven voor afwijkingen in de parameters die zijn gelogd met de elektronische monitoring.
Al met al is het goed gebruiken en onderhouden van een luchtwasser een complexe zaak. Maar al te vaak moet hiertoe vanuit toezicht en handhaving de aanzet worden gegeven.